Ben jij een perfectionist?

Je wilt er altijd piekfijn uitzien, je huis moet altijd spic en span zijn en op je werk gun je jezelf geen enkele fout.

Kortom: je stelt hoge eisen aan jezelf en je omgeving.

Op zich lijkt er geen vuiltje aan de lucht, maar een te ver doorgevoerd perfectionisme kan leiden tot een heleboel stress.

Met deze test gaan we onderzoeken hoe het met jouw perfectionisme gesteld is.

Kruis aan welk antwoord het beste bij jou past. Tijdens ons volgende coachingsgesprek gaan we de vragen doornemen.

Vraag 1 (van 15)

Je collega heeft een klant van jou te woord gestaan. Hoe reageer je?

Je bedankt hem uitbundig. Dit klusje is in ieder geval geklaard.

Je vraagt hem hoe en wat hij heeft gezegd en zegt dat je zelf nog wel terug zult bellen.

Je raakt geïrriteerd en vraagt je af waarom hij zich met jouw klant bemoeit.

Vraag 2 (van 15)

Op bezoek bij vrienden valt je oog op een schilderij dat scheef hangt.

Je loopt er linea recta op af en hangt het recht.

Je glimlacht er even om, maar slaat er verder geen acht op.

Je irriteert je er mateloos aan, maar je doet niets. Het is immers niet jouw huis.

Vraag 3 (van 15)

Hoe ga jij op zaterdagochtend naar de bakker?

Je trekt even snel een jas over je pyjama aan.

Je gaat nooit zonder zorgvuldig je netjes aan te kleden de deur uit.

Je trekt aan wat er op de stoel ligt.

Vraag 4 (van 15)

Op je werk wordt een weekendje kanovaren in de Ardennen georganiseerd. Jouw hele afdeling gaat mee, inclusief jouw baas.

Je slaat de uitnodiging af. Je hebt nog nooit in een kano gezeten en je bent niet goed in coördinatie sporten.

Natuurlijk ben jij van de partij. Gaaf!

Je vraagt even bedenktijd, wikt en weegt, maar besluit dan wel te gaan.

Vraag 5 (van 15)

Je zit te in een verhaal te overdrijven en wordt door een collega gecorrigeerd wat doe je?

Je gaat in de verdediging en verzint een uitkomst.

Je geeft toe dat je overdrijft.

Je lacht het weg.

Vraag 6 (van 15)

Je hebt een rapport voor je baas geschreven, netjes uitgeprint en ingebonden. Dan ontdek je opeens een minimaal tikfoutje, een extra letter. Het is half zes en eigenlijk wil je naar huis. Wat doe je?

Vergissen is menselijk dus je levert het gewoon zo in.

Je stipt de extra letter weg met TIPEX en geeft het aan je baas.

Je corrigeert de fout en leest het rapport nog een keer helemaal door om zeker te weten dat er geen fouten meer in staan, print en bindt het opnieuw en vertrekt een uur later naar huis.

Vraag 7 (van 15)

Hoe ziet jouw week eruit?

Ik heb een drukke baan en ook ’s avonds plan ik veel dingen. Sportschool, cursus, bezoek aan vrienden en familie.

Ik probeer mijn werk en privé-leven goed op elkaar af stemmen en houd tenminste één avond voor mezelf vrij.

Dat is iedere keer weer een verrassing.

Vraag 8 (van 15)

Je partner verrast je met een romantisch weekendje. Hij/zij heeft al je spullen gepakt, je hoeft niets meer te regelen. Hoe reageer je?

Je schiet totaal in de stress en vliegt het huis rond om te controleren of jouw favoriete kleding, boeken, toiletspullen wel gepakt zijn.

Je vuurt een waslijst aan vragen op hem af over wat er gaat gebeuren, en als je ervan overtuigd bent dat hij alles heeft geregeld, ga je mee.

Je laat je gewoon verrassen. Je ziet wel wat er gaat gebeuren.

Vraag 9 (van 15)

Je partner en jij gaan samenwonen. Eindelijk hebben jullie je droomhuis gevonden. Over een maand kun je erin. Hoe regel jij de verhuizing?

Over een maand pas? Daar ga jij je nog echt niet druk om maken. Dat zie je dan wel.

Je gaat meteen aan de slag, Maakt een to- do lijst, labelt alles wat mee moet en wat weg kan en begint alvast met dozen in te pakken.

Je pleegt een telefoontje met een verhuisbedrijf en vertrouwt erop dat zij alles regelen.

Vraag 10 (van 15)

Je collega en jij moeten samenwerken aan een project. Hoe gaat dat?

Jullie verdelen de taken en bepalen samen wie de coördinatie op zich neemt.

Je trekt zoveel mogelijk werkzaamheden naar je toe en neemt de regie en helpt je collega onthouden wat hij allemaal moet doen.

Je stelt je afwachtend op tot je collega het voortouw neemt.

Vraag 11 (van 15)

Er staat onverwacht bezoek voor de deur. Wat doe je?

Je verstopt je en doet net of je niet thuis bent. Aan onverwachte dingen heb jij een broertje dood.

Je gooit de deur open en schreeuwt zenuwachtig dat ze niet op de troep moeten letten.

Gezellig! Hoe meer zielen hoe meer vreugd. Je eerste vraag is: “Blijven jullie eten?”

Vraag 12 (van 15)

Je zit tegen een deadline aan te hikken op je werk. Je weet dat je het werk nooit af zult krijgen. Wat doe je?

Je stapt naar je baas en vraagt om een paar dagen extra om de klus te klaren.

Je laat je niet kennen en werkt over tot het werk gedaan is.

Je vraagt een naaste collega of die kan helpen en verdeelt het werk.

Vraag 13 (van 15)

Je beste vriend of vriendin gaat trouwen. Wat is jouw rol?

Je werpt je op als ceremoniemeester en plant meteen een datum voor haar vrijgezellenfeest.

Je vraagt wie de ceremoniemeester is en belt hem/haar meteen om te vragen of je iets kan doen.

Je gaat gewoon lekker van het feest genieten. Misschien verzin je nog wel een leuke act of bijzonder cadeau voor je vriend/in.

Vraag 14 (van 15)

Je kind komt thuis met een slecht rapport, wat doe je?

Je spreekt je kind bestraffend toe en verbiedt hem/haar een week te MSN-en.

Ach ja, een keer een slecht rapport dat is toch helemaal niet zo erg.

Je vraagt hoe het komt dat hij/zij zo slecht gepresteerd heeft en biedt je hulp aan.

Vraag 15 (van 15)

Op een verjaardag van vrienden zijn er meer gasten gekomen dan verwacht. Jij…

Stormt meteen de keuken in om hapjes en drankjes klaar te maken.

Staat lekker te dansen en hebt niet eens in de gaten hoe druk het is.

Verwelkomt de gasten en praat geanimeerd met ze zodat je vrienden zich met andere dingen bezig kunnen houden.

Aantekeningen:

Voel je je slecht en komt dat door je perfectionisme?

Heeft het ook daadwerkelijk een impact op je dagelijks leven?

Lijden je werkprestaties, je relaties en zelf je gezondheid onder jouw drang naar perfectie?

Herken je perfectionisme?

Uitstelgedrag — je rondt uiteindelijk je werk wel af, maar jouw perfectionisme zorgt er wel voor dat dit op een ontzettend inefficiënte manier gebeurt. Je stelt zaken uit, bang om eraan te beginnen. Je herstelt constant kleine fouten, uit angst dat het niet goed genoeg blijkt. Dat schiet natuurlijk niet op.

Gemiste kansen — alle moeite die je steekt in het perfectioneren van iets, zorgt er daarnaast voor dat je minder tijd overhoudt voor andere, misschien meer belonende projecten. Terwijl jij thuis extra uren steekt in het schrijven van een rapport dat in principe al oké was, mis je de kans om iets nieuws aan te gaan.

Stress — perfectionisme dwingt je om méér te doen. Méér je best. Méér projecten aannemen. Méér resultaat behalen. Dit kan er natuurlijk voor zorgen dat je een aantal successen boekt, maar uiteindelijk gaat dit ten koste van je gezondheid. Je neemt zoveel hooi op je vork dat je constant stress ervaart. Of nog erger: vatbaar wordt voor een burn out. Alles behalve gezond.

Geluk — wanneer het stemmetje in jouw hoofd je constant vertelt dat je werk niet goed genoeg is, doet dat iets met je. Je voelt je rot, haast schuldig, dat je niet beter je best hebt gedaan. Deze kritiek richting jezelf voorkomt dat jij je gelukkig of tevreden kunt voelen, omdat je telkens blijft malen over wat beter kan.

Ik nam eens een video op over perfectionisme

Inzicht: Hoe ontstaat perfectionisme?

Als je als baby op deze wereld wordt gezet, ben je volledig afhankelijk van je ouders of verzorgers.

Daar ligt dan ook de basis van de ontwikkeling van je gedachtegang en je gedragspatronen. Gedurende je eerste levensjaren ontwikkel je, gebaseerd op je ervaringen je persoonlijkheid.

Omdat je ouders niet adequaat op jouw signalen reageren, ga je denken dat je misschien iets verkeerd doet of dat je ouders je niet zien staan omdat je niet belangrijk of goed genoeg bent. In het geval van perfectionisme ben je daar angstig en onzeker van geworden en ga je alles op alles zetten om het goed te doen, om indruk te maken, om iets los te maken.

Als je naar school gaat, krijg je te maken met leraren en leraressen, klasgenoten, schoolgenoten, ouders van andere kinderen, enzovoort. Je wereld wordt, naarmate je ouder wordt, vanzelfsprekend steeds groter.

Voorbeelden van ervaringen op school die je perfectionisme in de hand kunnen werken, zijn:

Gepest worden door klasgenoten/schoolgenoten. Als pesters jou het gevoel geven dat je niet oké bent, ga je het uiteindelijk zelf geloven. Uit angst en onzekerheid blijf je soms de rest van je leven pleasen om te zorgen dat het pestgedrag zich niet blijft herhalen en om mensen het gevoel te geven dat jij het waard bent om geaccepteerd te worden. Terwijl je gezonde verstand je echt wel zegt dat je daar niet zo extreem je best voor hoeft te doen, maar gewoon jezelf moet zijn.

Bovengemiddeld prestatiegerichte sfeer. Dit spreekt aardig voor zich.

Onderlinge rivaliteit (dat kan naast prestatiegerichtheid ook over uiterlijkheden of vriendschappen gaan!). Vooral in de puberteit manifesteren alle emoties zich heftiger en lijkt het vaak alsof je leven afhangt van wie er wel of niet met je willen omgaan, of je dik of dun bent, puistjes of moedervlekken hebt, etc. Rivaliteit in die periode is erg indrukwekkend voor een kind.

Leerproblemen zoals dyslexie of dyscalculie. Als je hierdoor sterk het gevoel krijgt je beperking te moeten compenseren op andere gebieden, kan je hierdoor perfectionistisch worden.

Perfectionisme loslaten

1. Angst versus vertrouwen

Perfectionisme komt voort uit een bepaalde angst. De angst iets niet te hebben of iets te verliezen. Onderzoek eens wat jou perfectionistisch maakt. Geef antwoord op de volgende vragen:

Ben je bang om fouten te maken?

Beschrijf een recente situatie waarin je dat voor jezelf herkende:

Hoe heb je gehandeld?

Hoe had je gehandeld als je van jezelf fouten mocht maken?

2. Benoem je kwaliteiten

Waar ben jij nou echt goed in?

En waar ben je trots op in je leven?

Waarvoor prijzen je familie en vrienden je?

Hoe voel het om dat hier op te schrijven? Ben je daadwerkelijk trots dat jij ok bent zoals je bent en dat je heel veel mooie kwaliteiten in huis hebt?

Wat is voor jou het tegenovergestelde van perfectionisme?

Hoe voelt het om dat op te schrijven?

Is er een grijs gebied tussen perfectionisme en het tegenovergestelde?

Hoe zou je dat benoemen?

3. Doe dingen eens anders

Ben je gewend je mails 4x te controleren voor je ze verstuurt? Analyseer je je beslissingen volledig voor je overgaat tot actie? Zoek je liever zelf naar oplossingen dan dat je om hulp vraagt?

Doe het de komende tijd dan helemaal anders.

Het tegenovergestelde van wat je normaal zou doen. Verstuur die mail meteen.

Wat ga je anders doen?

Wat levert dat je op?

4. Wees blij met hoe het is en gaat

Perfectionisme gaat ervan uit dat je dingen wil verbeteren omdat ze nog niet goed genoeg zijn. Dankbaarheid gaat ervan uit dat alles al goed is. Dat je dankbaar mag zijn voor alles zoals het is, zonder het te willen veranderen.

Neem de komende week iedere dag 2 minuten de tijd om op te schrijven waar je die dag dankbaar voor bent.

Dit is een heel krachtig middel om de zaken niet constant te willen verbeteren, maar ze te laten voor wat ze zijn. En daar happy mee te zijn!

5. Behandel jezelf zoals je een ander zou behandelen

Ben je voor je omgeving net zo streng als voor jezelf? Ligt de lat net zo hoog en moet alles perfect zijn als het om de ander gaat?

Grote kans dat je deze vragen met een dikke NEE beantwoordt. Don’t be so hard on yourself en kijk eens met de ogen van een ander naar jezelf.

Hoe zou je tegen jezelf praten als je hetzelfde zou doen als tegen een ander?

Een beetje mildheid en vriendelijkheid naar jezelf doet wonderen om die perfectionistische ik steeds meer los te laten.

Perfectionisme

You must be logged in to access this course